Onderzoekers van het SMA Centrum Nederland en het UMC Utrecht hebben een nieuwe ontdekking gedaan die helpt bij het geven van erfelijkheidsadvies aan SMA-families. De studie beschrijft een bijzondere situatie binnen een gezin waarvan het kind SMA heeft.
Normaal gesproken hebben mensen twee kopieën van het SMN1-gen: één van elke ouder. Dragers van SMA hebben normaalgesproken één kopie en merken daar verder niks van. Je kan SMA krijgen als je van allebei je ouders de afwijking in het SMN1-gen erft. De kans dat kinderen SMA krijgen als hun ouders allebei de DNA-afwijking bij zich dragen, is 25 procent. Bij dit gezin bleken beide ouders echter een normaal aantal SMN1-kopieën te hebben. Met geavanceerd DNA-onderzoek ontdekten de onderzoekers dat er twee dingen speelden: de vader was een zogenaamde stille drager: hij had twee SMN1-kopieën op hetzelfde chromosoom, waardoor hij drager was zonder dat de standaardtest dit liet zien. Bij de moeder was een toevallige genetische verandering (zogenaamde de novo deletie) opgetreden dat ze aan haar kind doorgaf.

In het artikel gebruikten de onderzoekers een techniek – zogenaamde de novo assembly – waarmee het mogelijk is heel precies de DNA omgeving van de SMN genen te reconstrueren. Hieruit bleek dat het kind met SMA een groot stuk DNA (meer dan 1 miljoen letters) miste, wat in dit geval SMA veroorzaakt.
Deze ontdekking toont aan dat uitgebreider genetisch onderzoek soms nodig is om goed te kunnen vaststellen wie risico loopt om SMA door te geven. In dit geval betekende het dat familieleden aan moederszijde geen verhoogd risico hebben om drager te zijn. Dit onderzoek helpt ons om betere erfelijkheidsadviezen te geven aan SMA-families.
Deze studie is een illustratie van hoe samenwerking tussen verschillende afdelingen – het SMA Centrum en de afdeling Genoomdiagnostiek van het UMC Utrecht – kan leiden tot betere zorg en advies voor families met SMA. Het onderzoek werd mede mogelijk gemaakt door Stichting Spieren voor Spieren en het Prinses Beatrix Spierfonds.
Het onderzoek werd gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Human Molecular Genetics.